The Hebrew text of Psalms 9/10, 25, 34, 37, 111, 112, 119, and 145 uses acrostics, a literary form in which each verse is started with one of the successive 22 letters of the Hebrew alphabet. According to Brenda Boerger (in Open Theology 2016, p. 179ff. ) there are three different reasons for acrostics in the Hebrew text: “for ease of memorization,” the representation “of the full breadth and depth of a topic, all the way from aleph to taw (tav),” and the perception of “the acrostic form as aesthetically attractive.” (p. 191)

While most translations mention the existence of an acrostic in a note or a comment, few implement it in their translation. The Natügu translation is one such exception. Boerger (see above) cites a strong tradition in singing the psalms and the fact that Natügu, like Hebrew, also has 22 possible initial letters as motivating factors to maintain the acrostics in that language.

Click or tap here for the complete psalm in Natügu

1-2 Awi Yawe mz nzngini-krm Gct rnge.
Abrtr-zvzbo drtwrnge bam mz nzkrka’-krbo bam.
Bzkq rlr-ngrbzme mz enqmi rngeng nzaovxio-krdr ninge.
Bzkq nzamyatimlr drtqnge.
3 Clvebz doa kc tqabrtr-zvzbzle drtwrde bam, murde drtqde ma tzamyatibz.
Clveti-lzbq zvz doa lc, a’ mrlx kx ani txpwz nzota-krmu ncdr, mrlz nzmyakr drtqde.
4 Da kx sutitx-zlwzbz drtwrnge bam, nzalvztr-krme bange nqmq krmqng amrlx.
Delc nakrlz-zpwx-ngrne lrpzki rm.
5 Elalvzx nzokatr-krme ninge mz nzvz-nqblq-krnge natqm.
Eu. Murde nim Gct rnge kc tqarlapxle ninge, x tqabrkitr-zvzx drtwrnge nim.
6 Gct, aelwapx-zvzm nzaodu-krm x nivz lrm bange.
Gct, ale da lc, da kc tqwai-pnzq mzli kc bqnc.
7 Ipq ninge mz alwx kcng tqalexng mzli kc tqngini-ngrne obla, murde nim mrlz-esz’ngr.
Ipqpx nzvz-rbr-krngeng amrlx mz nzdcpxkr mz drtwrm nzaodu-zvz-krm.
8 Jzs-zvzq leplz mz nzmncngr kxmrlz x kxtubq.
Jzsiq mz nzalvztr-krm kxnzaleng alwx, murde nao-zlilr nzti rm.
9 Kxrmailz, aelwapx-ngrbzme mz kxnzavzo-lzbqng da kxtubq.
Kxakrlz, alvztr-zvz-ngrn nidr me pnz drtwrm.
10 Lrpzki rmqng amrlx nzaelwapxbzlr mz leplz nemqng nzaodu-krm x nzangidati-krm natqm.
Leplz lcng nzyrlq-zvzlr nzalvztr-krm x nzesz’tikr drtwrmu badr.
11 Ma-nqblq natqm kc tqesalz-ngrn mz nzipqpx-krm alwx rngeng,
Murde nzkqlu-zlwzng.
12 Nekeng nzlxngiti-angidrlr natqm,
Nzo-zlilr lrpzki angidr mz nzalvztr-krm nidr.
13 Olvz x ncblo lcng sa namnc-zpwxng.
Oliqtibz drtc’ kc tqpibzme, murde doa nedrng namnc-kzng elr.
14 Pqtr mz drtwrm leplz kcng tzamrluelr nim.
Pipx-zvzbzme da kx na-alelr mz nzvz-nqblq-krdr nzesz’tikr drtwrmu badr.
Nzkrka’ngr
15 Rtxtrpwo nibrnge bam mz nzmnc-xgle-krnge nim.
Rlapx-zvzx mz nzokatr-krm ninge.
16 Suti drtwrnge kx naobqme bange x nayc mz drtwrm ninge.
Sutitx drtwrnge murde trpengr kztenge x trmnc-zpwxpewxu.
17 Trte, katxpxbz nztalvzokr nabznge.
Tekqtr drtwrm x arlapxbz ninge mz nzkxpu-krngeng.
18 Vz zvz nzaotikr drtwrm nzkxpu-krnge x nzetqkr drtqnge,
Vzm x ipqpxbz alwx rngeng.
19 Wx-nzlongr nabznge nzkqlu-zlwzkr enqmi rngeng.
Wzpx zlwz mz drtwrdr nzatrkati-krdr ninge.
20 Xplrlvzbz ninge mz enqmi rngeng mz nztu-krme mz nibrnge.
X bzkq rlr-ngrbzme badr nzamyati-krmlr drtqnge, murde nim me rlakitrx.
21 Yawe, arlapx ninge murde tubqx x nabznge lqngi.
Yrlqtr-zvzbo nzlu-krnge bam.
22 Zmatq ngrm, navzm mz nzarlapx-krbzle nigr lr Israel mz
Ztrkang amrlx kcng tqrmctikr mzli ka.

© 2008, Wycliffe Bible Translators, Inc. All rights reserved.

There are two Dutch translations that maintain the acrostic: Naardense Bijbel (publ. 2004) and the Tot Lof van God by Frans Croese (publ. 2010).

Click or tap here for the complete psalm in the Dutch translations

Naardense Bijbel:

1
Aan u, o Ene, ✡
geef ik mijn zaligheid-en-ziel!
2
Bij u, mijn God,
wist ik mij veilig:
      maak mij niet beschaamd, ✡
laten mijn vijanden niet over mij lachen!
3
Dat ook al wie hopen op u
      niet worden beschaamd, ✡
beschaamd worden die achteloos
      ontrouw zijn.
4
En Ene, maak mij
      bekend met uw wegen, ✡
uw paden, wil mij die leren!
5
Voer mij over mijn weg
      in trouw aan u en leer mij,
want gij zijt de God die mij redt, ✡
op u ben ik blijven hopen
heel de dag!
6
Gedenk, Ene, uw ontferming
      en uw vriendschap, ✡
want die zijn er van eeuwig!
7
Houd niet in gedachten
de zonden van mijn jeugd
      en mijn misstappen,
gij, gedenk mij naar uw vriendschap, ✡
Ene, omwille van uw goedheid!
8
In-goed en rechtuit is de Ene, ✡
daarom wijst hij zondaars de weg.
9
Ja, voert gebukten
      langs de weg van zijn recht, ✡
leert armen waar zijn weg is.
10
Komen wil de Ene
      langs de paden
      van vriendschap en trouw ✡
voor wie zijn verbond
en zijn overeenkomsten houden.
11
Laat het zijn, Ene, omwille van uw naam, ✡
dat ge mijn onrecht vergeeft,
want dat is overvloedig!
12
Mannen, wie uit u vreest de Ene?- ✡
hij wijst zo-een
de weg die hij moet kiezen.
13
Nachten vol goedheid zal zijn ziel ervaren, ✡
zijn zaad
zal de aarde beerven.
14
Omgang met de Ene voor wie hem vrezen, ✡
zijn verbond
maakt hij hun bekend!
15
Pal zijn mijn ogen op de Ene,-
      voortdurend, ✡
want hij leidt mijn voeten uit de valstrik.
16
Richt u tot mij en wees mij genadig, ✡
want ik ben eenzaam en ellendig!
17
Schep ruimte voor mijn hart, zo benauwd, ✡
uit al wat mij benart,
leid mij daaruit!
18
Trek u mijn ellende en onheil aan!- ✡
draag
al mijn zonden weg.
19
Vijanden heb ik te veel, zie het aan,- ✡
hoe met haat en geweld zij mij haten.
20
Waak over mijn ziel en ontruk mij, ✡
maak mij niet beschaamd,
want ik heb toevlucht gezocht bij u.
21
Zo mogen mij hoeden
      gaafheid en oprechtheid, ✡
want ik heb
gehoopt op u.
22
O God, koop Israël vrij ✡
uit al
wat hem benauwt!

Tot Lof van God translation:

Op naam van David.

Aan U, Jehovah, klampt mijn ziel zich vast!
2
O mijn God,
beschaam mij toch niet, op U immers heb ik vertrouwd;
laat mijn vijanden niet in triomf over mij juichen.
3
Degenen die op U hopen, die allen,
die zullen beslist niet beschaamd staan;
beschaamd staan veeleer de afvalligen, vergeefs hun verraad.

4
En daarom, Jehovah, maak mij Uw wegen bekend,
wil mij Uw paden toch leren.
5
Ferm de weg van Uw waarheid te gaan, geef mij dat, dus leer mij.
U bent immers de God van mijn redding,
op U heb ik gehoopt, de hele dag door.

6
Het was Uw mededogen, Uw loyale trouw, Jehovah,
wil die indachtig zijn,
zoals die er van oudsher af was.
7
In plaats van mijn jeugdzonden te gedenken, mijn opstandig gedrag,
uil mij gedenken naar Uw loyale trouw,
omwille van Uw goedheid, Jehovah.

8
Ja, goed en oprecht is Jehovah,
ook zondaars wijst Hij daarom de weg.
9 Kijk echter hoe Hij zachtaardigen
de weg van het recht ook echt doet betreden,
zachtaardigen leert Hij daadwerkelijk Zijn weg.
10
Loyale trouw en waarheid, al Jehovah’s wegen zijn zo
voor wie zich houden aan Zijn verbond en aan Zijn vermanen.
11
Maar ach, Jehovah, uil omwille van Uw naam
mij mijn dwaling vergeven, temeer daar die aanzienlijk is.

12
Nu dan, wie is de mens die Jehovah vrezen wil;
juist hem uil Hij onderwijzen in de weg die hij koos.
13
Overnachten zal zijn ziel in goedheid,
waar zijn nageslacht het land zal beërven.
14
Pas voor wie Hem vrezen is er de vertrouwelijkheid van Jehovah
en Zijn verbond, zodat zij daardoor op de hoogte zijn.
15
Richting Jehovah gaan mijn ogen daarom gedurig,
Hij immers trekt mijn voeten weg uit het net.

16
Sla dus acht op mij [o God], wees mij goedgunstig,
aangezien ik eenzaam en ellendig ben,
17
terwijl de beklemmingen van mijn hart slechts toenemen;
o, voer mij weg uit mijn benauwenis!
18
Vestig Uw blik op mijn moeite, zie mijn ellende,
vergeef mij toch al mijn zonden.
19
Vestig Uw blik op mijn vijanden, zie met hoevelen zij zijn,
vervuld van afkeer, gewelddadige haat.
20
Wees toch mijn ziel tot bescherming, bevrijd mij,
zodat ik niet beschaamd zal staan in mijn toevlucht tot U.
21
Zo moge oprechte onschuld mij bewaken;
op U immers heb ik gehoopt.

22
Sta op, o God, koop Israël los
van al zijn noden.

With thanks to Thamara van Eijzeren

The English Bible translation by Ronald Knox (publ. 1950) maintains most Hebrew acrostics (even though Knox’s translation itself is based on the Latin text of the Vulgate rather than the Hebrew). Due to the higher number of letters in the English alphabet, it skips the letter V, X, Y, and Z.

1 (Of David.) All my heart goes out to thee, O Lord my God.
2 Belie not the trust I have in thee, let not my enemies boast of my downfall.
3 Can any that trust in thee be disappointed, as they are disappointed who lightly break their troth?
4 Direct my way, Lord, as thou wilt, teach me thy own paths.
5 Ever let thy truth guide and teach me, O God my deliverer, my abiding hope.
6 Forget not, Lord, thy pity, thy mercies of long ago.
7 Give heed no more to the sins and frailties of my youth, but think mercifully of me, as thou, Lord, art ever gracious.
8 How gracious is the Lord, how faithful, guiding our strayed feet back to the path!
9 In his own laws he will train the humble, in his own paths the humble he will guide.
10 Jealous be thy keeping of covenant and ordinance, and the Lord’s dealings will be ever gracious, ever faithful with thee.
11 Kindly be thy judgement of my sin, for thy own honour’s sake, my grievous sin.
12 Let a man but fear the Lord, what path to choose he doubts no longer.
13 Much joy he shall have of his lands and to his heirs leave them.
14 No stranger the Lord is, no secret his covenant, to his true worshippers.
15 On the Lord I fix my eyes continually, trusting him to save my feet from the snare.
16 Pity me, Lord, as thou seest me friendless and forlorn.
17 Quit my heart of its burden, deliver me from my distress.
18 Restless and forlorn, I claim thy pity, to my sins be merciful.
19 See how many are my foes, and how bitter is the grudge they bear me.
20 Take my soul into thy keeping; come to my rescue, do not let me be disappointed of my trust in thee.
21 Uprightness and purity be my shield, as I wait patiently, Lord, for thy help.
22 When wilt thou deliver Israel, my God, from all his troubles? (Source )

The English New Jerusalem Bible (publ. 1985) also translated this Psalm as an acrostic:

1 [Of David] ADORATION I offer, Yahweh,
2 to you, my God. BUT in my trust in you do not put me to shame, let not my enemies gloat over me.
3 CALLING to you, none shall ever be put to shame, but shame is theirs who groundlessly break faith.
4 DIRECT me in your ways, Yahweh, and teach me your paths.
5 ENCOURAGE me to walk in your truth and teach me since you are the God who saves me. FOR my hope is in you all day long — such is your generosity, Yahweh.
6 GOODNESS and faithful love have been yours for ever, Yahweh, do not forget them.
7 HOLD not my youthful sins against me, but remember me as your faithful love dictates.
8 INTEGRITY and generosity are marks of Yahweh for he brings sinners back to the path.
9 JUDICIOUSLY he guides the humble, instructing the poor in his way.
10 KINDNESS unfailing and constancy mark all Yahweh’s paths, for those who keep his covenant and his decrees.
11 LET my sin, great though it is, be forgiven, Yahweh, for the sake of your name.
12 MEN who respect Yahweh, what of them? He teaches them the way they must choose.
13 NEIGHBOURS to happiness will they live, and their children inherit the land.
14 ONLY those who fear Yahweh have his secret and his covenant, for their understanding.
15 PERMANENTLY my eyes are on Yahweh, for he will free my feet from the snare.
16 QUICK, turn to me, pity me, alone and wretched as I am!
17 RELIEVE the distress of my heart, bring me out of my constraint.
18 SPARE a glance for my misery and pain, take all my sins away.
19 TAKE note how countless are my enemies, how violent their hatred for me.
20 UNLESS you guard me and rescue me I shall be put to shame, for you are my refuge.
21 VIRTUE and integrity be my protection, for my hope, Yahweh, is in you.
22 Ransom Israel, O God, from all its troubles. (Source )

And lastly, the translation by Gordon Jackson (The Lincoln Psalter, 1997) also has this Psalm as an acrostic:

Accept the whole heart, О God, I offer you.
Back me up still, Lord; please don’t let me go under;
      don’t let the so-and-soes get me down.
Choose what they say, you’ll stand by those who stand by you;
      not with the loud-mouths, not with the leaky in faith.
Direct my footsteps, Lord, on the right road;
      be as plain as a signpost;
Each day guide me and teach me;
      be my rescuer and my hope.
For you I have waited a good long while,
      and I’ll go on till you come.
God, your goodness and mercy
      go back to the start of my life;
How weak my offences seem
      in the light of your glorious goodness.
Isn’t he amazing; generous; mindful;
      guiding us sheepheads, giving us protection!
Just so, just right, that’s how he is
      with them that are minded to know him. Kingly in mercy, have mercy on me,
      on the angry wound of my sin that seeks forgiveness.
Let any man look to the Lord
      and he will show him what he needs to know;
Much he will have to give thanks for,
      and much shall his children inherit.
Now to the saints that need him
      the Lord shall unbosom his wisdom;
On him my eyes have been fixed,
      no one else can untie my poor hands.
Please, Lord, please,
      I am ground down, I am lost;
Quashed and disheartened and tearful,
      you’re the only one I can turn to;
Right from the start my whole life’s work
      was for you, despite all my failings
See how my enemies flourish,
      look how their hate of me prospers;
Take me away, Lord, please;
      save me, don’t let them destroy me.

Another published English translation with acrostics is The Psalms Chronologically Arranged by the “Four Friends” (C.T. Arnold, A.W. Potts, F.E. Kitchener, S. Philpotts) of 1870.

Another 19th century translation with maintained acrostics is the German 1883 commentary and translation by Franz Delitzsch . Unlike the other translations, he translates the acrostics of this and the other acrostic psalms by following an approximation of the German sound of the 22 letters (alef/א‎ = a; bet/ב‎ = b; gimel/ג‎ = g; dalet/ד = d; he/ה‎ = h; vav/ו = u; zayin/ז‎ = s; chet/ח‎ = h; tet/ט = t; yod/י‎ = i or j; kaf/כ = k; lamed/ל = l; mem/מ = m; nun/נ = n; samech/ס‎ = s; ayin/ע = e; pe/פ = f; tsadi/צ‎ = z; qof/ק = k; resh/ר = r; shin/ש‎ = sch; tav/ת = t).